Waar woorden tekort schieten, begint de muziek
Heinrich Heine
Op maandagavond zing ik in een koor met ouders van de vrije school, waar mijn jongste dochter op zit. Ik heb op die maandagavonden geen harde stem en ga altijd naast de ‘krachtpatsers’ staan die de muziek kunnen dragen. Alleen als ik in vervoering raak van het lied dat we zingen krijgt mijn stem voldoende toegang om iets van haar kracht te laten horen. Als ‘ik’ me iets minder met mijn stem bemoei. De ‘ik’ waarmee ik mijn dagdagelijkse dingen doe en regel.
Waar we ik tegen zeggen
Sinds ik met stembevrijding ben begonnen, besef ik me dat mijn idee dat ik geen krachtige stem heb niet klopt. De kracht die vrij komt in mijn stem met stembevrijding, is niet te vergelijken met wat ik op de kooravonden hoor. En de ‘ik’ die dan aan het roer staat, is dezelfde diepere instantie die me inspireert tot schrijven, tot in het diepst van mijn ziel kan raken en beroeren en weet wie en waar ik ben, al kan ik daar meestal geen woorden aan geven. De stem gaat dieper dan waar woorden vandaan komen. Ze ontspringt in een gebied dat een archaïsche deel van ons brein genoemd wordt. En archaïsch betekent ‘oer’. Onze oergrond wellicht, de plek waar ik weet wie ik kan zijn en altijd al was.
Mijn stem is van mij
“Mijn stem is van mij, mijn stem is vrij” Zingt Anna Fernhout in haar mooie gelijknamige liedje. En ja ergens is dat ook zo. Het domein van mijn stem voelt privé, alsof niemand daar over gaat behalve ik. Maar dat ze van mij is zou ik niet zeggen na de waarneming die ik hierboven beschreef en de afgelopen twee jaar stembevrijding. Het is alsof mijn stem ‘begeisterd’ wordt door stromen waar ik wel op af kan stemmen maar niets over te zeggen heb. Zoals het weer eigenlijk. Soms komt er een bui over, dan stormt het en vervolgens voel ik de zengende hitte van de zon. Dan bezingt ze, soms zonder enige directe aanleiding, lange tochten door de woestijn die mensen generaties voor mij liepen en dan weer de vreugde van vrij te zijn, mij te zijn en het diepe besef dat alles met ragfijne draadjes met elkaar verbonden is.
Ze is meer dan van ‘mij’ in de zin zoals ik mezelf geneigd ben te zien. Ze IS mij, zou ik eerder willen zeggen. Ze is een uitdrukking van wie ik in wezen ben.
Eigenlijk gebruik
Dit werd me de afgelopen twee jaar geleidelijk steeds duidelijker. En de eerste uitleg die me de ogen opende was dat we de stem weer mogen laten functioneren zoals dat bij een kind gebeurt. Niet zoals een kind dat dóet, maar zoals het gebeurt.
Als een kind boos, verveeld of blij is horen we dat. In de supermarkt op de grond, tijdens het poepen en plassen, het wassen, het lopen door de regen en als het valt. Dat noemen we ‘eigenlijk gebruik’. Gebruik dat ‘eigen’ is. Bijna zoals onze ademhaling gaat, die we ook niet kunnen stoppen.
Censuur
Helaas hebben we het vermogen om onze stem aan banden te laten leggen. Om onze vitaliteit in de kiem te smoren. Dat gaat in een glijdende schaal in de mate dat ons enthousiasme en onze geestdrift onder censuur komen te staan tijdens onze opvoeding. Ik hoorde in mijn jonge jaren met regelmaat dat ik niet zo intens of heftig moest reageren. Te veel drama, te gevoelig, te veel willen. Te te te. “Houd je in Jetske!”
Twee jaar stembevrijding hebben me geholpen die monsters en draken op te sporen, bij de wortels te vatten en te overwinnen. Niet te doden, maar de kracht ervan onder mijn beheer te krijgen, zo dat ‘het wilde’ van die monsters en draken opgenomen wordt in het vitale veelzijdige wezen dat ik ben. Met donker en licht, met mooie en minder mooie kanten.
Een mysterie
Als ik schrijf dat de stem niet ‘van mij’ maar ‘als mij’ is, of uitdrukt wie ik in wezen ben, wat is die stem dan precies? Sommige mensen noemen de stem een instrument. Daar vind ik haar te vrijwillig voor. Ik kan haar wel aanraken, opzoeken en beroeren, maar haar niet bespelen zoals een piano. Ze is eerder een poort, of een gebied waar de zichtbare wereld en de onzichtbare wereld samenkomen, zonder aan kracht en schoonheid in te boeten, zoals dat bij zoveel uitingen het geval is. De zoektocht zal nog jaren voortduren en ook die zoektocht kan ik bezingen.
Voor mij is de stem op dit moment de meest directe expressie van het vele van wie ik ben, van die zoektocht en alles wat in mij leeft en via mij uitdrukking zoekt. Alleen als ik die veelheid in mijn lijf en leven durf toe te laten, krijgt ze de diepte en reikwijdte waar ik zo naar verlang. En dat geeft vreugde, veel vreugde.
Dank
En dan kom ik, met veel dankbaarheid naar mijn docenten en medecursisten, aan bij de naam die de opleiding tot stembevrijder heeft: ‘Ode an die Freude’!
Afbeelding: Frederic Leighton, The Return of Persephone, 1891